Sam Eggermont
©2023
Sam Eggermont graduated from the Academy of Arts, Brussels, in 1994 and launched his career in 2013 as a visual artist with exhibitions in Salon Blanc, CIAP, Lokaal 01 and Tique Art Space. In 2016 he opened the visual art platform ATTIK (Ghent) with Ben Benaouisse.
Eggermont’s artistic model succeeds in exposing Western domination (social, political, economic and artistic): through the embracing of plurality, the recognition of the multiformity and variegation of contemporary reality, instead of the desire to consolidate it all under one name.
His aesthetic, full of appealing patterns, glimmering textures and subtle nuances of colour, serves as a sort of trap, a seductive bait used in disseminating his critical discourse. The aesthetic aspect is thus made a political instrument for cognitively reshaping general ideas with respect to periphery cultures. Eggermont can sometimes be more direct and specific than at other times, when he adopts a more abstract, poetic language in both form and content. For the artist this is all about which patterns cultures and societies produce and which patterns in turn produced the societies in question, be they human or animal. It seems like an intuitive return to a premodern line of thought, where culture and nature, the creative and the created, flow into one another, the one existing by the grace of the other.
Perhaps it is time, Eggermont seems subtly to suggest, that European/Western man became more conscious of the fact that the path to possible solutions for prevailing contemporary issues is not to be found in ever more modernity, nor progress and expansion, but in a genuinely post-modern attitude that accepts emptiness and failure while also recognising the significance of tradition, not in the reiterative sense, but in the sense of creating, recreating and reshaping: an attitude stemming from the realisation that a ‘culture’ is not a static phenomenon but a living thing that, like an organism, is constantly changing and renewing itself.
________________________________________________
Eggermonts’ artistieke model stelt de westerse dominantie (sociaal, politiek, economisch en artistiek) op subtiele wijze aan de kaak: door het omarmen van de pluraliteit, het erkennen van de veelvormigheid en de rijkgeschakeerdheid van de hedendaagse realiteit in plaats van deze te willen uitzuiveren.
Zijn esthetiek, vol aanlokkelijke patronen, glimmende texturen en zachte kleurnuances, is hierbij een soort val, een verleidelijk lokmiddel om de onderliggende, kritische inhoud aan de man de brengen. Het esthetische verwordt zo tot een politiek instrument om algemene opvattingen met betrekking tot perifere culturen op cognitieve wijze om te buigen. Soms is hij directer en specifieker dan andere keren, waar hij een abstractere, meer poëtische taal hanteert in zowel vorm als inhoud. Het gaat Eggermont om de patronen die culturen, gemeenschappen, produceren en waar zij, op hun beurt, door geproduceerd worden- of ze nu menselijk of dierlijk zijn. Het lijkt een intuïtieve terugkeer naar een pre-moderne gedachtegang alwaar cultuur en natuur, het scheppende en het geschapene, in elkaar overliepen en bestonden bij gratie van de ander.
Misschien wordt het tijd, lijkt Eggermont subtiel te stellen, dat de Europese/ Westerse mens zich dieper bewust wordt van het feit, dat de weg naar een eventuele oplossing van grote hedendaagse problemen niet gezocht moet worden in nog meer moderniteit, nog meer progressie en expansie, maar in een oprecht post-moderne houding, die de leegte en het falen accepteert en de link legt met de traditie: niet in herhalende zin, maar creatief, herscheppend en hervormend, vanuit het besef dat een ‘cultuur’ geen stug fenomeen is, maar een levend verschijnsel, dat als een organisme groeit, verandert en zich telkens vernieuwt.